Apotheek Beek en Donk

Burg. van der Weidenlaan 13a 5741 AR Beek en Donk Tel:0492 45 16 16

Medische Encyclopedie

Inhoud

varenicline

Varenicline is een ontwenningsmiddel. Het vermindert de gevoeligheid van de hersenen voor nicotine, waardoor het verlangen naar nicotine afneemt.

Artsen schrijven het voor bij rookverslaving.

Wat doet varenicline en waarbij gebruik ik het?

Rookverslaving

Stoppen met roken is voor veel mensen moeilijk. Na stoppen, kunt u last krijgen van psychische en lichamelijke klachten, waardoor u opnieuw naar roken verlangt.

Werking
Varenicline blokkeert de werking van nicotine op de hersenen, waardoor de hersenen minder gevoelig zijn voor nicotine. Hierdoor neemt het verlangen naar nicotine af. Bovendien vermindert het de ontwenningsverschijnselen van het stoppen met roken, doordat het enigszins de werking van nicotine nabootst.

U moet binnen 5 weken voordat u gaat stoppen met roken beginnen met slikken. Als u binnen deze 5 weken nog zou willen roken, merkt u dat het roken u minder plezier geeft.

Effect
Ongeveer vier op de tien rokers blijken na 12 weken behandeling met varenicline te zijn gestopt met roken. Na 1 jaar is dit nog altijd gelukt bij twee op de tien rokers. Dit betekent dat het moeilijk is na het stoppen met roken dit ook inderdaad vol te houden, iets dat voor alle hulpmiddelen bij rookverslaving geldt.

Om blijvend te stoppen met roken, kan het zinvol zijn na de eerste 12 weken nogmaals 12 weken varenicline te gebruiken. De kans op succes is dan iets groter.

De ervaring leert dat hulpmiddelen bij rookverslaving beter werken als u goed gemotiveerd bent om te stoppen met roken. Daarom is het belangrijk behalve het gebruik van een hulpmiddel ook ondersteuning te krijgen in de vorm van gesprekstherapie of groepstherapie, bijvoorbeeld door een stoppen-met-rokencursus.

Lees meer over rookverslaving . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Misselijkheid

    U kunt misselijkheid voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn

  • Slapeloosheid en abnormaal dromen

  • Neusverkoudheid

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals braken, diarree of verstopping, winderigheid, maagpijn, zure oprispingen en buikpijn. Zeer zelden met bloed bij de ontlasting. 

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft. Of als u bloed heeft bij de ontlasting.

  • Droge mond, verandering van smaak, zeer zelden pijnlijke zweertjes in de mond (aften) in de mond, pijnlijk tandvlees en beslagen tong.

    Door de droge mond kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Moeheid, duizeligheid en slaperigheid

  • Toename van de eetlust of juist verminderde eetlust

  • Spier- en gewrichtspijn

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Koorts, overmatig zweten, gevoel van koude, grieperig gevoel, verkoudheid, keelpijn en hoesten.

    Meestal gaan deze klachten vanzelf weer over. Blijft u last houden, neem dan contact op met uw arts.

  • Gevoel van dorst, meer drinken en meer plassen

  • Beven, coördinatiestoornissen en spraakstoornis

    Als u dit merkt, neem dan contact op met uw arts. 

  • Verandering in zin in vrijen en erectiestoornissen

  • Verhoging van de bloeddruk, hartkloppingen en pijn op de borst.

    Mensen met een verhoogde bloeddruk moeten hun bloeddruk regelmatig laten controleren.

  • Wazig zien, gevoeligheid voor licht en tranende ogen

    Blijft u last houden? Raadpleeg dan uw arts.

  • Huiduitslag, jeuk en puistjes

  • Psychische klachten, zoals paniekaanvallen, depressie, gespannenheid, rusteloosheid, stemmingswisselingen, vertraagd of abnormaal denken

    Psychische klachten kunnen zich ook uiten in zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Mocht u last hebben van psychische klachten, raadpleeg dan uw arts.

  • Veranderingen in uw bloedsuikerspiegel. Controleer daarom vaker uw bloedsuikerspiegel als u diabetes heeft.

  • Overgevoeligheid voor dit middel. Dit kan zich uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel doordat uw lichaam vocht vast gaat houden. U kunt hierbij erg benauwd worden. 

    Als het ontstaat, moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidziekte ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en de geslachtsdelen. Neem dan direct contact op met uw arts. In beide gevallen mag u dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor varenicline. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik varenicline gebruiken met andere medicijnen?

Van varenicline zelf zijn geen wisselwerkingen bekend. Maar als u stopt met roken, kan dit wel invloed hebben op de medicijnen die u slikt. Roken versnelt de afbraak van diverse medicijnen.

Als u stopt met roken, kan de hoeveelheid van die medicijnen in het bloed toenemen. Hierdoor kunnen ze sterker werken of bijwerkingen geven. Als u deze medicijnen gebruikt, overleg dan met uw arts voordat u gaat stoppen met roken.

  • Theofylline, een luchtwegverwijder. Uw arts zal de hoeveelheid theofylline in uw bloed laten controleren.
  • Insuline, gebruikt bij suikerziekte. Als u stopt met roken, heeft u minder insuline nodig. Controleer daarom extra uw bloedsuiker als u gestopt bent.
  • Flecaïnide, een medicijn tegen hartritmestoornissen. Na stoppen met roken kan een dosisverlaging nodig zijn.
  • Hart-vaatmedicijnen van het bètablokker-type, zoals atenolol, bisoprolol, metoprolol en propranolol. Na stoppen met roken kan een dosisverlaging nodig zijn.
  • De de medicijnen tegen een psychose clozapine, haloperidol en olanzapine. Na stoppen met roken kan een dosisverlaging nodig zijn.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid, paniekaanvallen en problemen met de coördinatie. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste dagen van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen.

Voor meer algemene informatie kunt het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

alles eten?
U mag alles eten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Bent u zwanger of wilt u binnenkort zwanger worden? Overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn veilig gebruiken tijdens de zwangerschap. Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap. En er zijn geen aanwijzingen dat dit medicijn slecht is voor de baby. Gebruik dit medicijn alleen onder begeleiding van een arts of een stoppen-met-roken begeleider.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit middel in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander middel voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Slik de tabletten in hun geheel door met een half glas water.
  • De eerste 1-3 dagen gebruikt u 1 keer per dag 1 tablet van de lage sterkte (witte tabletten).
  • De volgende 4-7 dagen gebruikt u 2 keer per dag 1 tablet van lage sterkte.
  • Daarna gebruikt u de normale onderhoudsdosering van 2 keer per dag 1 tablet met hogere sterkte (blauwe tabletten).


Wanneer?
Kies vaste tijdstippen voor het innemen van de doses, bijvoorbeeld bij het ontbijt en bij het avondeten. U vergeet zo minder snel een dosis.

Start 1 tot 5 weken voor u met het roken wilt stoppen. U kunt het beste in de tweede week van het gebruik echt stoppen met roken. Kies daarom een dag dat u wilt stoppen in de tweede week. Lukt dit niet, kies dan een andere dag. Deze dag mag niet later zijn dan 5 weken nadat u bent begonnen met slikken.
Kies een dag waarop u wilt stoppen en noteer de datum op de verpakking.

Hoe lang?
Meestal schrijft de arts dit middel voor 12 weken voor. Indien u na 12 weken succesvol bent gestopt met roken, kan de arts u adviseren om nogmaals 12 weken door te slikken. U voorkomt hiermee dat u alsnog weer gaat roken.

Terug naar overzicht